Pijn aan binnenzijde van de elleboog

Golverselleboog

Een golverselleboog of epicondylitis medialis is in feite om een ontsteking (tendinose) (veroorzaakt door het herhaald ontstaan van kleine scheurtjes) van de gemeenschappelijke peesaanhechting van de spieren die zorgen voor het buigen van de pols (= flexie: dit is het bewegen van de hand in de richting van de handpalm).

Deze ontsteking kan ontstaan door een overbelasting, maar ook spontaan. "Risico"-activiteiten zijn handelingen waarbij er steeds dezelfde beweging wordt gemaakt of waarbij deze spieren erg belast worden. Tennissen, poetsen, schilderen, ramen wassen, schroeven indraaien zijn enkele van de vele activiteiten die aanleiding kunnen geven tot een ontsteking.

Klinisch

Anamnese:

  • pijn over binnenzijde van de arm
  • pijn bij palpatie over de binnenste elleboogknobbel

Klinisch onderzoek:

  • pijn bij flexie van de pols tegen weerstand (foto 1)
  • pijn bij draaien van de pols tegen weerstand met de elleboog geplooid (foto 2)
  • een gevoelige stretchtest (foto 3)

Behandeling

Conservatieve behandeling

Aangezien het probleem in de meeste gevallen wordt veroorzaakt door overbelasting, zal de eerste stap in de behandeling rust zijn (dit eventueel in een gipsverband), met lokaal ijsapplicaties en eventueel ontstekingwerende medicatie en kinesitherapie (met stretching). Soms kan ook een bandje net onder de elleboog helpen (door het aantrekken kan de tractie op de aanhechtingsplaats verminderd worden). Indien het gaat om een hardnekkige ontsteking kunnen uiteindelijk enkele PRP -injecties gegeven worden (veel beter dan cortisone!). Bij het falen van deze maatregelen kan er heelkundig worden ingegrepen.  

Heelkundige behandeling

De ingreep wordt normaal gezien uitgevoerd via daghospitalisatie, U mag dus reeds ’s avonds het ziekenhuis verlaten. Gezien de nabijheid van de ulnaris zenuw gebeurt deze ingreep enkel via een open techniek.

Anesthesie 

De ingreep gebeurt onder plaatselijke verdoving of onder algemene verdoving. De keuze wordt gemaakt in overleg met de anesthesist.

Ingreep

  1. Eerst wordt er een boogvormige huidincisie gemaakt ter hoogte van de binnenzijde van de elleboog en wordt de peesaanhechting vrijgelegd.
  2. Vervolgens wordt de aanhechting losgemaakt van het bot (dit geeft een verlenging van enkele millimeter) en wordt het zieke peesweefsel over enkele millimeter weggesneden.
  3. De wonde wordt gehecht: onderhuids gebeurt dit door middel van een resorbeerbare draad (deze moet niet worden verwijderd, maar verdwijnt na een tijdje spontaan. De huid wordt gesloten met hechtdraad of wondhaakjes.
  4. Vervolgens wordt er een dik drukverband omheen de arm gedaan.

Daarna gaat U naar de ontwaakruimte waar U even kan bekomen van de ingreep en wordt gevolgd door de anesthesist. Uiteindelijk wordt U dan terug naar de kamer gebracht, hier zal er ijs op uw arm worden gelegd (dit om de zwelling en pijn te verminderen) en kan U indien nodig pijnmedicatie vragen. Na enkele uren wordt het drukverband vervangen door een open gipsverband dat u 10-14 dagen dient te dragen.

Mogelijke complicaties

Zoals bij elke ingreep zijn er de risico’s op infectie en nabloeding.

Meer specifiek voor deze ingreep  zijn:

  • Voosheid in een zone rond het litteken (door het onvermijdelijk doorsnijden van zenuwtakjes bij het maken van de incisie) die mettertijd zal verkleinen.
  • De grijp- en polskracht  zullen gedurende de eerste maanden afgenomen zijn, dit gaat zich traag herstellen.
  • Soms treedt er een tijdelijke zwelling op van het ellebooggewricht (door een verhoogde aanmaak van gewrichtsvocht).
  • Zeer zelden: zenuwletsel van de ulnariszenuw (gele structuur op bovenstaande figuren), die zich kort bij het operatieveld bevindt (hij loopt juist achter de binnenste elleboogknobbel).

Bij ontslag

Het ontslag is voorzien in de late namiddag, nadat de chirurg U heeft ontslagen, op dat moment zullen U ook de ontslagbrief voor de huisarts, voorschriften en dergelijke worden overhandigd. Indien het gipsverband begint te knellen kan de windel rond het gips en de watten geopend worden.

Belangrijk voor U is: regelmatig met de vingers en schouder bewegen (bloeddoorstroming bevorderen). Er zal voor U een controleafspraak na 10-14 dagen worden geregeld bij de chirurg.

Herstel

Tijdens de controleraadpleging (na 10-14 dagen) worden het gips en de hechtingen verwijderd. Hierna mag U meteen starten met het oefenen van de beweeglijkheid van de elleboog, dwz het strekken en plooien en de draaibewegingen. De kracht kan U oefenen door het knijpen in een spons of stressbal. Meestal is 3 weken na de operatie het normale dagelijks gebruik van de arm weer mogelijk, maar moet U er rekening mee houden dat de kracht nog beperkt is. Geforceerde bewegingen moeten in het begin zeker nog vermeden worden. Het kan tot 6 weken duren vooraleer U uw elleboog volledig kunt strekken, het verdwijnen van de pijn tot 2 à 3 maanden.