Letsels door slijtage

DIP arthrose (arthrose van het eindgewricht van de vinger)

Arthrose in de hand ontstaat vaak in het eindgewrichtje (distaal interphalangeaal gewricht: DIP)  van de vinger. Klassiek geeft dit pijnklachten en een verminderde beweeglijkheid. Soms komen er ook knobbeltjes voor op het gewrichtje en komt de vinger wat scheef te staan. DIP Arthrose komt vaak voor, vnl bij vrouwen op latere leeftijd.

Wat zijn de oorzaken?

Bij het verouderen, vermindert de kwaliteit van het gewrichtskraakbeen en dit kan tot arthrose leiden. De exacte oorzaak van arthrose in de vingers, blijft tot hiertoe ongekend. Bij sommige patiënten is er een duidelijke oorzaak te vinden, zoals bijvoorbeeld reumatoïde arthr itis of na een infectie van het gewricht, maar dit is dus niet steeds het geval.

Wat zijn de klachten?

In de vingers komen vaak knobbels voor. Deze zijn het gevolg van beenderige aanwas in het gewricht (de zogenaamde osteofyten), die we klassiek bij arthrose zien. Ze worden noduli van Heberden genoemd. De voornaamste klachten zijn echter pijn in de vingers en stijfheid van de gewrichten.

Klinische foto van vingers met dip arthrose
Klinische foto van vingers met dip arthrose

Hoe kan de diagnose gesteld worden?

Op basis van uw verhaal en het klinisch onderzoek (Heberden noduli en stijfheid) kan de diagnose meestal vermoed worden. Een radiografie van de hand zorgt voor de bevestiging.

RX van uitgesproken DIP arthrose
RX van uitgesproken DIP arthrose

Wat is de behandeling?

Conservatieve aanpak

De klachten kunnen vaak verminderd worden met pijnstillende en ontstekingsremmende medicatie. Bij sommige patiënten is het ook nuttig om kinesitherapie of ergotherapie te volgen om de handspieren te versterken en de beweeglijkheid te behouden.

Operatieve aanpak

Wanneer de conservatieve aanpak faalt, kan gekozen worden voor een operatieve behandeling. Bij deze operatie wordt het gewrichtje vastgezet (DIP-arthrodese) met een verzonken schroefje. Het resultaat is dat het aangetaste gewrichtje niet langer kan bewegen, maar wel pijnvrij kan worden belast.

RX na DIP arthrodese met intramedullaire schroef
RX na DIP arthrodese met intramedullaire schroef

Patiëntentraject

Voor de operatie: anesthesie

DIP-arthrodese gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. Hierbij wordt een infuus in de hand geprikt om de verdoving in te spuiten. Omdat er een stevige knelband rond de bovenarm wordt opgespannen, blijft de verdoving enkel in de arm.

De operatie: techniek

De incisie wordt gemaakt aan de bovenkant van de vinger. Het gewrichtje wordt geopend en het eventuele resterende zieke kraakbeen wordt weggenomen. Een verzonken schroefje wordt centraal in het bot geplaatst, zodat het middenste en verste kootje van de vinger aan elkaar kunnen vastgroeien. De wonde wordt gesloten met aparte hechtingen, die na 14 dagen kunnen verwijderd worden.

Na de operatie: nabehandeling

Na de operatie wordt uw vinger ingepakt in een drukverband, met een beschermend spalkje voor de eerste 2 weken. U dient de andere gewrichten in de hand al onmiddellijk te bewegen, om stijfheid te voorkomen. Uw huisarts kan 2 weken na de operatie het spalkje en de hechtingen verwijderen en 6 weken na de operatie komt u terug naar de consultatie. Dan zal een controle radiografie gemaakt worden om de botheling te beoordelen.

Complicaties

  • Nabloeding: het verband is aan de buitenkant duidelijk doordrenkt van bloed
  • Infectie: veel pijn, roodheid en soms een etterende wonde. Afhankelijk van de ernst van de infectie heeft u antibiotica nodig, of moet de wonde soms gespoeld worden.
  • Bot groeit niet vast: zelden bij gezonde patiënten, maar vaker bij rokers. Een rookstop wordt dan ook absoluut aangeraden.

Wanneer moet u contact opnemen met het ziekenhuis ?

  • Nabloeding die niet stopt wanneer u 10 minuten op de wonde heeft geduwd
  • Hevige pijn die niet goed reageert op pijnmedicatie
  • Roodheid, forse zwelling en etter
  • Koorts