Peesletsels

Letsels aan de buigpezen

In de palmzijde van de hand bevinden zich de buigpezen van de vingers. Bij een letsel in de handpalm, bijvoorbeeld een snijwonde, bestaat de kans dat een van de buigpezen gekwetst raakt. Bij een letsel aan een van de buigpezen, kan de vinger niet meer volledig geplooid worden.  Letsels van de buigpezen vragen een specialistische aanpak en dienen steeds operatief beh andeld te worden. Na de operatie volgt een intensieve revalidatie.

Voorbeeld van een snijwonde in de palmzijde van de middenvinger
Voorbeeld van een snijwonde in de palmzijde van de middenvinger

Anatomie

De duim heeft 1 buigpees en de lange vingers hebben er elk 2, een oppervlakkige en een diepe.

Schematische weergave van de anatomie van de palmzijde van de hand. 2 buigpezen voor elke vinger, 1 voor de duim.
Schematische weergave van de anatomie van de palmzijde van de hand. 2 buigpezen voor elke vinger, 1 voor de duim.

De buigpezen verlopen in een tunnel gevormd door de vingerkootjes en verschillende bandjes (pulley’s) die de pezen op hun plaats houden.

Schematische weergave van het verloop van de oppervlakkige en diepe buigpees in de lange vingers
Schematische weergave van het verloop van de oppervlakkige en diepe buigpees in de lange vingers

De pulley’s zijn belangrijk om de juiste spanning in de plooipezen te bewaren en bepalen dus mee hoeveel buigkracht er kan ontwikkeld worden. Tijdens het plooien en strekken glijden de buigpezen weg en weer in deze tunnel. Net naast deze tunnel liggen de bloedvaten en de gevoelszenuwen van de vinger. Letsels van de buigpezen gaan dan ook vaak gepaard met letsels aan deze zenuwen of bloedvaten.

Schematische weergave van het pulley systeem en de tunnel waar de buigpezen in verlopen
Schematische weergave van het pulley systeem en de tunnel waar de buigpezen in verlopen

Diagnose

De diagnose van een letsel van een van de buigpezen van de hand wordt meestal op de spoedgevallendienst gesteld en gebeurt meestal op klinische basis. Dit wil zeggen dat er in de meeste gevallen geen medische beeldvorming nodig is om de diagnose te stellen. Een radiografie van de hand is vaak wel nuttig om letsels aan het skelet uit te sluiten.

Tijdens een uitgebreid klinisch onderzoek kunnen alle buigpezen van de hand afzonderlijk getest worden. Ook het gevoel in de huid van de vingertoppen en de doorbloeding wordt nagekeken.

Wanneer het middenste kootje geblokeerd wordt, kan de individuele functie van de diepe  buigpees getest worden
Wanneer het middenste kootje geblokeerd wordt, kan de individuele functie van de diepe buigpees getest worden
Wanneer de 2 naburige vingers geblokeerd worden, kan de individuele functie van de oppervlakkige buigpees getest worden
Wanneer de 2 naburige vingers geblokeerd worden, kan de individuele functie van de oppervlakkige buigpees getest worden
Hulptoestel om tweepuntsdiscriminatie te bepalen. Wanneer het gevoel in de vingertop normaal is, kan een patiënt aangeven dat hij 2 puntjes voelt, zelfs als deze heel dicht bij elkaar staan. Bij een zenuwletsel bijvoorbeeld, is dit gevoel verstoord en zal de patiënt niks voelen of de 2 puntjes niet van elkaar kunnen onderscheiden.
Hulptoestel om tweepuntsdiscriminatie te bepalen. Wanneer het gevoel in de vingertop normaal is, kan een patiënt aangeven dat hij 2 puntjes voelt, zelfs als deze heel dicht bij elkaar staan. Bij een zenuwletsel bijvoorbeeld, is dit gevoel verstoord en zal de patiënt niks voelen of de 2 puntjes niet van elkaar kunnen onderscheiden.

Behandeling

Wanneer er op de spoedgevallendienst een letsel van de buigpezen vastgesteld wordt, wordt een operatieve behandeling gepland. In de operatiezaal wordt de gekwetste pees grondig nagekeken en worden ook de nabij gelegen zenuwen en bloedvaten opgezocht.

Om de pezen terug aan elkaar te hechten, worden speciale hechttechnieken gebruikt waarbij zowel centraal in de pees als aan de buitenkant gehecht wordt, zodat de buisvormige structuur van de pees gerespecteerd wordt en dat deze achteraf terug mooi in haar tunnel kan heen en weer glijden.

Voorbeeldconfiguratie van enkele centrale hechtingstechnieken
Voorbeeldconfiguratie van enkele centrale hechtingstechnieken

Wanneer het pulley-systeem beschadigd is wordt dit zo nodig hersteld of gereconstrueerd en letsels aan bloedvaten of zenuwen worden opgezocht en gehecht.

Voorbeeldconfiguratie van enkele hechtingstechnieken voor de buitenkant van de pees
Voorbeeldconfiguratie van enkele hechtingstechnieken voor de buitenkant van de pees

Na de operatie wordt een gips aangelegd.

Nabehandeling en revalidatie

Wanneer u het ziekenhuis mag verlaten, zal verdere opvolging met u afgesproken worden. Geen 2 handtrauma’s zijn dezelfde en het concrete verloop van uw revalidatie zal dan ook aan uw individuele noden aangepast worden.

Pezen in ons lichaam zijn slecht van bloed voorzien, helen traag en vragen dus de nodige bescherming tegen agressieve beweging. Daartegenover staat dat de buigpezen van de vingers snel de neiging hebben om te verlittekenen in hun tunnel, wat de beweeglijkheid niet ten goede komt. De nabehandeling na een peesletsel is dus een evenwichtsoefening tussen voldoende bescherming en toch ook voldoende beweging.

Hieronder enkele globale richtlijnen:

Week 1: Eerste afspraak op de gipskamer

Na ongeveer een week komt u naar de gipskamer voor een eerste controle. Het gips wordt verwijderd om de wonde na te kijken en uw hand op te volgen. Afhankelijk van de precieze aard van de letsels wordt ofwel een nieuw gips aangelegd ofwel een spalk op maat van uw hand gemaakt. Er wordt steeds zo snel mogelijk met kinesitherapie gestart maar het exacte tijdstip hiervan is opnieuw afhankelijk van uw individuele situatie. Dit zal duidelijk met u besproken worden.

Voorbeeld van een dynamische spalk type ‘Kleinert spalk’ en een schematische weergave van een dynamische spalk type ‘Duran spalk’
Voorbeeld van een dynamische spalk type ‘Kleinert spalk’ en een schematische weergave van een dynamische spalk type ‘Duran spalk’

Week 2-6: Opvolgraadplegingen

U wordt op regelmatige basis teruggezien op de raadpleging. De wondes worden nagekeken en de hechtingen worden ten gepaste tijde verwijderd. Indien nodig worden aanpassingen aan de spalk gedaan en wordt de kinesitherapie bijgestuurd.

Week 6: Verwijderen van de spalk

Globaal gesproken kan na 6 weken alle ondersteunend materiaal rond de hand verwijderd worden. Bij de kinesist kan nu wat intensiever geoefend worden want krachtoefeningen zijn vanaf nu toegestaan.

Week 12: Hervatten van activiteiten

Over het algemeen verwachten we dat u uw normale activiteiten zou moeten kunnen hervatten na 3 maand. Zowel de beweeglijkheid als de kracht in de hand zouden op deze termijn opgetraind moeten zijn.

Complicaties

Bij elk letsel en elke operatie bestaat er een geringe kans op complicaties. De meest voorkomende verwikkelingen worden hieronder kort besproken. Als u hier vragen rond heeft, vragen wij u contact op te nemen met de raadpleging.

Wondproblemen

  • Na een ingreep in de hand kan een nabloeding, wondinfectie of vertraagde wondheling voorkomen.  Aangepaste wondzorg en eventueel antibiotica worden voorgeschreven.

Stijfheid

  • Om stijfheid in de vingers na het herstellen van een buigpees te voorkomen is het belangrijk dat u de richtlijnen voor de revalidatie strikt opvolgt. U wordt op regelmatige basis terug gezien op de raadpleging en het revalidatie programma wordt zo nodig bijgestuurd om stijfheid in de vinger zo veel mogelijk te voorkomen.

Buigpees scheurt opnieuw

  • Door te agressieve revalidatie of soms ook zonder duidelijke aanwijzing kan een gehechte buigpees opnieuw scheuren. Soms is een nieuwe ingreep noodzakelijk. De mogelijke behandelingsopties zullen duidelijk met u besproken worden.

Algoneurodystrofie

  • Bij een dystrofie is er roodheid, zwelling, brandende pijn, verkleuring en stijfheid in de hand. De precieze oorzaak hiervan is niet duidelijk. Vaak gaat het om tijdelijke klachten, die een aanpassing in uw revalidatie vragen.