Traumaletsels

Heupfractuur

Een gebroken heup of een heupfractuur is een probleem dat regelmatig voorkomt bij oudere mensen, maar kan ook bij jonge mesen voorkomen. Vooral bij  fietsers zien we na een valpartij vaak een heupbreuk.

Types heupfractuur

Er zijn verschillende types van heupfracturen, afhankelijk van de locatie van de breuk. Het type van heupfractuur bepaald tevens de behandeling. De meest voorkomende types zijn:

  • Femurhalsfractuur : Hierbij ontstaat de breuk in het bovenste gedeelte van het dijbeen. Deze breuk ligt binnen het heupkapsel.
  • Pertrochantere fractuur : Deze breuk verloopt meer naar beneden toe en bestaat vaak uit meerdere delen en is hierdoor minder stabiel en stevig.
  • Subtrochantere fractuur : Deze breuken verlopen onder het trochantermassief en zijn meestal sterk verplaatst. Dit type fracturen komen minder vaak voor.

Klachten

Na een val is er veel pijn. Het is meestal niet meer mogelijk om te lopen of te staan op het aangedane been. Vaak ligt het been naar buiten gedraaid en lijkt het korter. Bij aankomst in het ziekenhuis zijn er röntgenfoto's genomen van uw beide heupen. Op de foto is te zien waar precies het bot gebroken is en hoe deze breuk het best wordt behandeld.

Behandeling

Wanneer blijkt dat de heup gebroken is, wordt in overleg met u en uw familie een besluit genomen over een operatie. Een behandeling zonder operatie is slechts zeer zelden mogelijk. Bij een gebroken heup is het belangrijk is om snel te behandelen. U hebt de beste kans op herstel en de minste kans op complicaties als u zo snel mogelijk weer uit het bed kunt. Daarom kiest men bijna altijd voor een operatie om de breuk te herstellen, of een heupprothese te plaatsen. Zelfs als uw conditie niet goed is.

De operatie

Het type van operatie zal afhangen van het van de locatie en het soort breuk.

De meest voorkomende types van behandeling zijn:

  • De bipolaire of totale heupprothese: Dit type behandeling wordt gebruikt om femurhalsfracturen te behandelen. De heupkop wordt vervangen door een bipolaire heupprothese, die bestaat uit een kop met daaraan een steel. Eventueel kan een totale heupprothese worden geplaatst bij voorafbestaande artrose of bij jongere en actievere patiënten.
  • Gecannuleerde schroeven: Ook dit type behandeling wordt gebruikt bij femurhalsfracturen. Hierbij wordt de femurkop behouden en worden de breukdelen met schroeven vastgezet. Dit wordt voornamelijk gebruikt bij jonge patiënten met een femurhalsfractuur of niet-verplaatste femurhalsfracturen.
  • De dynamische heupschroef: De eigen heupkop wordt behouden en de heup wordt gerepareerd met een plaat en een schroef. Dit type behandeling wordt gebruikt om femurhals- en pertrochanterfracturen te behandelen.
  • Intramedullaire heupschroef: Ook hier wordt de eigen heupkop behouden en wordt de breuk vastgezet met een pen in het bovenbeen met een grote schroef in de heupkop. Dit soort behandeling wordt gebruikt om pertrochanter en subtrochanter fracturen te behandelen.

Op de afdeling

U gaat in principe dadelijk naar de afdeling, maar indien nodig kan het zijn dat U even op intensieve zorgen wordt opgenomen. Reeds snel na de ingreep zal U worden gevraagd regelmatig met de tenen te bewegen, dit om de bloeddoorstroming te bevorderen (hiervoor wordt er ook gebruik gemaakt van een voetkuitpomp).

U krijgt witte antithrombose-kousen die U moét dragen en spuitjes in de buik (met antistollingsmiddel). Deze spuitjes moeten 4 weken na de operatie verder worden gegeven om thrombo-embolie (= bloedklonters) te voorkomen.

Indien u een heupprothese als behandeling heeft gekregen dient U een kussen (abductiekussen) tussen de benen te leggen wanneer U in bed ligt, dit om het kruisen van de benen te voorkomen. Het postoperatief beleid naar revalidatie toe zal u pas definitief na de ingreep worden meegedeeld. Dit hangt voornamelijk af van de toegepaste behandeling.

Ontslag

Het tijdstip van ontslag verschilt nogal eens bij heupfracturen. Ook dit is weer afhankelijk van de uitgevoerde behandeling en het postoperatief revalidatieschema. Tevens zal de zelfredzaamheid van de patiënt en de sociale situatie dit ontslag mede bepalen. Wij beschikken echter over een revalidatiedienst om deze hulpbehoevende patiënten na een heupfractuur verder te revalideren en ondersteunen tot ze weer comfortabel naar hun thuissituatie kunnen terugkeren. In principe mag U naar huis indien U alleen in en uit bed en zetel kan, alleen naar het toilet kan, U zich alleen kan wassen en indien nodig trappen kan doen.

Wanneer U wordt ontslagen krijgt U van onze kinesisten een oefenschema mee voor uw eigen kinesist, deze zal 1 maal per dag met U moeten oefenen, en een brief voor de huisarts (met o.a afspraken omtrent het verwijderen van de wondhechtingen na 14 dagen en dergelijke).

Belangrijk voor U is: dagelijks uw "anti-flebitisspuitjes" (mogelijks tot 4 weken na de operatie), het kussen tussen de benen in bed (gedurende 6 weken indien u een heupprothese als behandeling hebt gekregen) en OEFENEN met de kinesist. Er wordt ook een controleafspraak bij de chirurg voor U gemaakt (dit zal na +/- 4 weken zijn).

Contacteer steeds een arts bij één van de volgende problemen: koorts, toenemende zwelling, roodheid, warmte of pijn, functieproblemen of een lekkende wonde.

Complicaties

Zoals bij elke operatie kunnen er ook complicaties optreden, namelijk:

  • Infectie: de behandeling met antibiotica is meestal succesvol, maar nieuwe operaties zijn soms nodig.
  • Thromboflebitis: hiervoor krijgt U de witte TED-kousen en de spuitjes in de buik. 
  • Nabloeding: de bloeding zal meestal spontaan stoppen, maar geeft vaak zwelling van het been
  • Zenuwletsels: zijn vaak maar tijdelijk, maar indien U gevoelsstoornissen hebt in het been laat het dan weten aan de arts. 

Meer specifiek voor een heupprothese ingreep zijn:

  • Heup uit de kom: dit merkt U door hevige pijn en het niet meer kunnen bewegen van de heup, de chirurg zal dan uw heup terug in de kom moeten trekken. Om dit te voorkomen is het belangrijk de benen niet te kruisen. 
  • Tijdelijke zwelling: van het been. 
  • Beenlengteverschil: is soms onvermijdelijk, maar dit kan verholpen worden door een ophoging van de schoenzool.