Slijtage & Artrose

Artrose van de knie

Slijtage van de knie wordt in medische termen artrose genoemd.  Klassiek gaat het om verdunning van het kraakbeen als gevolg van een normaal verouderingsproces, eerder opgelopen letsels aan kraakbeen en/of meniscus, ontstekingsziekten zoals bv reuma, … .

Het kraakbeen is een elastische, gladde laag die het bot bedekt en zorgt voor een soepele en pijnloze beweging van het gewricht.

De verdunning van het kraakbeen wordt opgedeeld in verschillende graden van lichte graad (graad 1: verdunning/uitrafeling van kraakbeen) tot volledige slijtage (graad 4:  geen kraakbeen meer aanwezig, zogenaamd bot-op-bot contact). De behandeling van slijtage van de knie is afhankelijk van deze graad van slijtage.

Graad 1, graad 2, graad 3 en graad 4 artrose
Graad 1, graad 2, graad 3 en graad 4 artrose

Symptomen

Typische symptomen van slijtage van de knie zijn pijn bij langdurig stappen en/of rechtstaan. Deze kan aan de binnen en/of buitenzijde en/of rond de knieschijf gesitueerd zijn. Vaak is er nachtelijke pijn. Stijfheid of een stram gevoel komen vaak voor, soms zelfs zonder echte pijnklachten. Na een tijdje ontstaat er meestal een bewegingsbeperking van het gewricht, waardoor de knie niet volledig kan plooien of strekken. De knie kan opzwellen ten gevolge van overdreven vochtproductie.

Onderzoeken

De klassieke 4 staande röntgenopnames van de knie (face, condylair, profiel en axiaal) en opnames van het ganse been (full leg) zijn het meest doeltreffend om de diagnose te stellen en de graad van artrose te bepalen.

MRI scan van de knie levert meestal geen meerwaarde indien op klassieke röntgenopnames reeds duidelijke artrose zichtbaar is en wordt daarom voorbehouden voor patiënten met een niet-typisch klachtenpatroon of pijnlijke knieën zonder artrose op de klassieke röntgenopnames.

Behandelingen

Niet operatieve behandelingen

De behandeling van artrose van de volledige knie bestaat uit verschillende stappen, de keuze welke stap het meest geschikt is, hangt af van de graad van slijtage/artrose. De eerste stap is inname van pijnstilling wanneer dit nodig is, gecombineerd met kinesitherapie waarbij de beweeglijkheid en kracht van de knie geoptimaliseerd wordt. Bij beginnende slijtage kan de inname van kraakbeensupplementen nuttig zijn. De tweede stap zijn injecties van de knie met cortisone om plotse ontstekingsreacties in de slijtage knie te behandelen of injecties met Hyaluronzuur (de zogenoemde gelspuit) om het kraakbeen te voeden en meer belastbaar te maken. PRP  (plasma of bloedplaatjes) injecties kunnen nuttig zijn bij onvoldoende effect van andere inspuitingen bij elke graad van slijtage.

Indien onvoldoende effect van deze niet operatieve behandelingen bestaan afhankelijk van de problematiek verschillende mogelijke operatieve behandelingen.

Operatieve behandelingen

(voor meer informatie over deze operatieve behandelingen zie onderdeel Operaties & Behandelingen)