Slijtage & Artrose

Kraakbeenletsels

Kraakbeen is een elastische, gladde laag die het bot bedekt en zorgt voor een soepele en pijnloze beweging van het gewricht. Een kraakbeenletsel is een lokale onderbreking en daarom anders dan artrose of slijtage van het gewricht, welke zich manifesteert over een meer uitgestrekt deel van het kraakbeen. Een letsel aan het kraakbeen kan ontstaan na een trauma (val, verkeerde beweging, contact, …) en komt voor in verschillende gradaties van oppervlakkig tot diep. Het kan aanleiding geven tot het ontstaan van artrose/slijtage van de knie. Kraakbeenletsels kunnen voorkomen in zowel het binnenste (mediale) of buitenste (laterale) deel (compartiment) van de knie, als in het deel achter de knieschijf (patello-femorale compartiment).

Kraakbeenletsel
Kraakbeenletsel

Symptomen

Kraakbeenletsels kunnen aanleiding geven tot verschillende symptomen. Pijn tijdens verschillende activiteiten is het meest typische symptoom. Daarnaast kan het letsel aanleiding geven tot blokkades van de knie als gevolg van een kraakbeenflap of los stuk kraakbeen dat in het gewricht rondzweeft, je voelt een plotse ‘mechanische’ blokkade tijdens het plooien/strekken, welke vaak net zo snel verdwijnt als dat ze opkomt. Losse stukken of flappen kraakbeen kunnen het slijmvlies in de knie irriteren en op die manier zwellingen van de knie veroorzaken.

Onderzoeken

Meestal zijn lokale kraakbeenletsels niet zichtbaar op de klassieke 4 staande röntgenopnames van de knie (face, condylair, profiel en axiaal). Het nemen van deze opnames is initieel wel aangewezen om  algemene slijtage/artrose van de knie uit te sluiten.

De diagnose kan meestal bevestigd worden door het maken van een MRI scan, welke ook geschikt is om meniscusletsels die gelijkaardige symptomen kunnen veroorzaken uit te sluiten. Als alternatief kan een arthro-CT scan gevraagd worden, bij dit onderzoek wordt een contrastvloeistof in het kniegewricht geïnjecteerd en nadien een normale CT scan genomen. Dit onderzoek is vooral geschikt om losse/instabiele kraakbeenflappen in beeld te kunnen brengen.

Behandelingen

Net zoals de meeste aandoeningen in de knie, zijn er zowel niet-operatieve als operatieve behandelingen mogelijk. Welke van deze het meest geschikt is, hangt af van verschillende factoren waarbij de symptomen meestal doorslaggevend zijn. Zo vormen ‘echte’ blokkades en blijvende zwellingen ondanks niet-operatieve behandeling meestal een goede indicatie voor operatieve behandeling.

Niet-operatieve behandelingen

Bij recente letsels met recent ontstane klachten zijn inname van pijnstilling of ontstekingsremmers (NSAIDs) gecombineerd met kinésitherapie een mogelijkheid om de klachten te verminderen. Bij meer uitgesproken symptomen kunnen kraakbeenletsels behandeld worden met inspuitingen in de knie (Cortisone, Hyaluronzuur (gel spuit) of PRP (plasma spuit).

(voor meer informatie over deze  niet operatieve behandelingen zie onderdeel Operaties & Behandelingen – spuitjes / injectietherapie)

Operatieve behandelingen

Wanneer niet-operatieve behandelingen geen succes hebben en de klachten niet langdurig of blijvend kunnen onderdrukken, zijn verschillende operatieve behandelingen voor mogelijk. Welke operatieve behandeling het meest geschikt is, is afhankelijk van het type letsel en de klachten hieraan verbonden. Algemeen gezien zijn symptomen zoals blokkades en terugkerende zwellingen van de knie, makkelijker operatief te behandelen dan pijnklachten. Diepe/volledige kraakbeenletsels of letsels met instabiele kraakbeenflappen zullen vaker aanleiding geven tot operatieve behandeling.