Letsels door slijtage

PIP arthrose (arthrose van het middengewricht van de vinger)

Een normale functie van dit eerste gewrichtje van de vinger is belangrijk voor een goed vinger eihand functie! Arthritis van dit gewricht kan leiden tot een flinke beperking.

Voorkomen?

Er zijn globaal 2 vormen;

  1. klassieke (non)erosieve slijtage zonder duidelijke oorzaak zij het door veroudering : osteoarthritis
  2. secundaire arthritis na een trauma of breuk (posttraumatische arthritis ) of door een inflammatoire oorzaak zoals tgv bv RA (rheumatoide arthritis)

De eerste vorm is doorgaans het gevolg van normaal (over)gebruik van de vingers waardoor het kraakbeen en het onmiddellijk onderliggend bot waarmee een normaal gewricht bekleed is, stilaan slijt en afbrokkelt. Hierdoor glijdt dit gewricht niet meer gladjes en begint dit pijn te doen en op te stijven. Het komt meer voor bij vrouwen dan bij mannen (67% tegenover 54% op oudere leeftijd). Pijn aan deze gewrichten zijn de tweede meest voorkomende oorzaak om advies inde winnen bij een handchirurg naast de arthrose van de duimbasis ( zie DIP arthrose).

Anatomie

Het eerste gewricht van de vinger tussen eerste en tweede handkootje (proximale interfalangeale gewricht) is een scharnier  gewricht welk 130° beweging toelaat, in het buig-strekvlak. Het uiteinde van het eerste kootje heeft 2 concentrische condylen die scharnieren met de bi concave basis van de middenphalanx. Een sterk kapsel omgeeft dit gewricht met aan de handpalmzijde  de voaire plaat welke het kapsel verstevigt. Passieve stabiliteit wordt voorzien door dit kapsel en de ligamenten (collaterale gewrichtsbanden), de secundaire stabiliteit wordt gecreëerd door de buig- en strekpezen. Het is op zich dus een zeer stabiel gewricht, waardoor meer voorbeschikt tot stijfheid.

Mensen presenteren met stilaan toenemende stijfheid/pijn/vervorming. Vaak aan één vinger, maar soms ook aan meerdere vingers tegelijk. Het kan uitgelokt worden door een banaal trauma, welk toch voldoende is om het gewricht plots symptomatisch te maken. Zowel de bewegingsbeperking als de pijn kunnen vrij uitgesproken en invaliderend zijn.

Oorzaak

Een normaal gewricht is bekleed met gewrichtskraakbeen. Het gewricht glijdt glad door aanwezigheid van een klein beetje gewrichtsvocht welk steeds vernieuwd wordt. Door het verouderen of na een trauma verdunt de bekleding van het gewrichtsoppervlak totdat uiteindelijk bot op bot raakt. Het gewricht probeert zichzelf te redden door een beetje nieuw bot aan te maken aan de randen (osteofyten of papegaaienbekken) en door meer gewrichtsvocht aan te maken. Dit leidt tot verstijving en zwelling.

Diagnose

Een gewone rx van de betrokken vinger/hand volstaat. Men moet wel opmerken dat de bevindingen op de rx vaak niet correleren met de kliniek (vaak weinig te zien op rx en toch uitgesproken klachten en vice versa).

Conservatieve behandeling

Uiteraard is niet-operatieve behandeling vrijwel steeds de eerste stap bestaande uit :

  • Activiteitsaanpassing : Soms kan de pijn spontaan beteren, zeker indien we de handelingen die pijn uitlokken mijden.
  • Zo toch pijn kan inname van NSAID (bv ibuprofen) soelaas bieden.
  • Eventueel kan een cortisone infiltratie geïndiceerd zijn met mogelijks 70-80 % kans op enige verlichting soms voor korte tijd maar vaak ook voor lang.

Vaak echter neemt de pijn toe en wordt toch een definitieve behandeling gezocht.

Operatieve behandeling

Deze behandeling bestaat uit het vervangen van het versleten gewricht door een kunstgewricht. Het doel van de ingreep is voornamelijk de pijn te verlichten mits het bewaren van een redelijke bewegingsratio. Bij deze moet opgemerkt worden dat de graad van beweging vaak maar lichtjes beter is dan deze van voor de ingreep en dat een volledig normale beweging niet mag worden verwacht.

Er zijn verschillende prothese op de markt gaande van silastic, naar pyrocarbon tot inox/polyetheyleen combinaties.

Nazorg

Deze hangt af van welke toegang er werd gemaakt naar het gewricht en in welke mate de steekpees werd los gemaakt. Normaal gezien wordt er gedurende 10 d een open gipsatelle aangelegd na de ingreep waarna actief beweging wordt toegelaten mits interemittent dragen van een spalk (ook ’s nachts).