Peesletsels

Lestels aan de strekpezen

In de rugzijde van de hand bevinden zich de strekpezen van de vingers. Wanneer een strekpees gekwetst raakt, bijvoorbeeld door een snijwonde, bestaat de kans dat een van de vingers niet meer volledig kan gestrekt worden. Soms scheuren strekpezen ook zonder ongeval, bijvoorbeeld bij reumatische aandoeningen. Letsels van de strekpezen kunnen afhankelijk van de plaats en ernst met een spalk behandeld worden of vragen soms een operatieve aanpak.

Snijwonde op de handrug, waarbij de strekpees van de middenvinger beschadigd is. De middenvinger kan niet meer gestrekt worden.
Snijwonde op de handrug, waarbij de strekpees van de middenvinger beschadigd is. De middenvinger kan niet meer gestrekt worden.

Anatomie

De midden-en ringvinger hebben 1 strekpees en de duim, wijsvinger en meestal ook pink hebben er 2. In de vinger verdeelt de strekpees zich in verschillende delen, zodat de verschillende gewrichten van de vingers gestrekt kunnen worden.

Schematisch overzicht van de strekpezen over de pols en handrug. De duim, wijsvinger en meestal ook pink hebben 2 strekpezen. Midden-en ringvinger hebben er maar één.
Schematisch overzicht van de strekpezen over de pols en handrug. De duim, wijsvinger en meestal ook pink hebben 2 strekpezen. Midden-en ringvinger hebben er maar één.

Diagnose

Het verlies aan functie bij een letsel van de strekpezen van de hand is afhankelijk van de plaats en de ernst van het letsel. Wanneer een strekpees slechts gedeeltelijk gescheurd of doorgesneden is, kan de vinger vaak nog volledig maar soms minder krachtig gestrekt worden. Een grondig klinisch onderzoek is nodig om de letsels op te sporen.

Tijdens het klinisch onderzoek wordt u gevraagd om de vinger tegen weerstand te strekken om zo verminderde strekkracht en mogelijk peesletsel op te sporen.
Tijdens het klinisch onderzoek wordt u gevraagd om de vinger tegen weerstand te strekken om zo verminderde strekkracht en mogelijk peesletsel op te sporen.

Meestal wordt ook een radiografie van de hand of vinger gemaakt, om eventuele letsels aan het skelet op te sporen. Bij langer bestaande afwijkingen, wordt soms aanvullend een echografie gevraagd.

Behandeling

De precieze aard van de behandeling hangt af van de plaats en ernst van het letsel. Enkele vaak voorkomende strekpeesletsels worden hieronder besproken.

  • Mallet vinger : Bij het stoten van de vinger, kan het zijn dat de strekpees, al dan niet samen met een klein stukje bot, afscheurt. Het verste kootje van de vinger kan niet langer actief gestrekt worden.
Illustratie van een letsel van de strekpees van de vinger op de plaats waar deze aanhecht aan het verste kootje van de vinger, de zogenaamde Mallet vinger
Illustratie van een letsel van de strekpees van de vinger op de plaats waar deze aanhecht aan het verste kootje van de vinger, de zogenaamde Mallet vinger
  • In de meeste gevallen kan dit behandeld worden met een klein spalkje, dat de 2 verste kootjes van de vinger vasthoudt. Op die manier krijgt de pees te kans om op de juiste lengte te verlittekenen. Dergelijk spalkje dient meestal 8 weken continue gedragen te worden, nadien nog 2 weken ‘s nachts. U wordt regelmatig terug gezien op de raadpleging.
Voorbeeld van een spalkje bij Mallet vinger

Voorbeeld van een spalkje bij Mallet vinger

  • Letsels over de rugzijde van de hand en vingers: Wanneer een strekpees gekwetst is bij een letsel op de handrug of vinger, kan het zijn dat een operatieve behandeling nodig is.  In de operatiezaal wordt de wonde grondig nagekeken en wordt de strekpees gehecht. Er bestaan veel verschillende technieken om de pezen te hechten, de keuze hangt voornamelijk af van de exacte plaats van het letsel. Eventuele onderliggende breuken worden tegelijk behandeld. Na de operatie wordt een gipsverband aangelegd, dat dicht kan blijven tot aan de controle raadpleging.
Illustratie van een mogelijke hechting voor een letsel van een strekpees.

Illustratie van een mogelijke hechting voor een letsel van een strekpees.

  • Strekpees van de duim (EPL : extensor pollicis longus): De strekpees van de duim raakt soms gekwetst bij breuken van de pols. Vermoedelijk ontstaat dit letsel door een bloeding rondom de pees, waardoor deze als het ware versmacht raakt en volledig scheurt.
Typische test om de intacte pees te evalueren is het van de tafel opheffen van de duim. Als de EPL gescheurd is lukt dit niet.
Typische test om de intacte pees te evalueren is het van de tafel opheffen van de duim. Als de EPL gescheurd is lukt dit niet.

De strekpees van de duim is in dit kader vaak slecht van kwaliteit en kan dus niet gehecht worden. Om de strekfunctie van de duim te herstellen, wordt één van de twee strekpezen van de wijsvinger gebruikt (Extensor indices proprius : EIP). Na deze operatie wordt een gipsverband aangelegd. Totale gipsduur van 4 weken dient geresepecteerd te worden, met tussendoor een wondcontrole en gipswissel via de gipskamer.  Na 4 weken gips kan u beginnen oefenen. Het vraagt soms enige tijd om te wennen aan deze nieuwe strekpees van de duim.

Schematische weergave van een operatieve techniek waarbij een van de strekpezen van de wijsvinger gebruikt wordt om de strekfunctie van de duim te herstellen.
Schematische weergave van een operatieve techniek waarbij een van de strekpezen van de wijsvinger gebruikt wordt om de strekfunctie van de duim te herstellen.

Tijdens de behandeling van een letsel van een van de strekpezen van de hand is het globaal gezien belangrijk dat u zo snel mogelijk kan beginnen bewegen, om verklevingen aan de huid en onderliggende structuren te voorkomen. Dergelijke verklevingen zouden er voor kunnen zorgen dat u de vingers achteraf minder goed kan bewegen. Het exacte moment vanaf wanneer u mag beginnen bewegen is afhankelijk van de plaats van het letsel, de ernst ervan en de sterkte van het herstel en zal steeds invidueel voor u bepaald worden. Soms wordt wat langer gips aangelegd, soms kan vrij snel worden overgeschakeld naar een afneembare spalk. Kinesitherapie wordt zo nodig voorgeschreven. U wordt steeds regelmatig op de raadpleging terug gezien.

Complicaties

Bij elk letsel en elke operatie bestaat er een geringe kans op complicaties. De meest voorkomende verwikkelingen worden hieronder kort besproken. Als u hier vragen rond heeft, vragen wij u contact op te nemen met de raadpleging.

Wondproblemen

  • Na een ingreep in de hand kan een nabloeding, wondinfectie of vertraagde wondheling voorkomen.  Aangepaste wondzorg en eventueel antibiotica worden voorgeschreven.

Stijfheid

  • Om stijfheid in de vingers na het herstellen van een strekpees te voorkomen is het belangrijk dat u de richtlijnen voor de revalidatie strikt opvolgt. U wordt op regelmatige basis terug gezien op de raadpleging en het revalidatie programma wordt zo nodig bijgestuurd om stijfheid in de vinger zo veel mogelijk te voorkomen.

Algoneurodystrofie

  • Bij een dystrofie is er roodheid, zwelling, brandende pijn, verkleuring en stijfheid in de hand. De precieze oorzaak hiervan is niet duidelijk. Vaak gaat het om tijdelijke klachten, die een aanpassing in uw revalidatie vragen.