Slapende vingers

Carpaal tunnel syndroom

Een carpal tunnel syndroom is een aandoening waarbij de middenste zenuw (nervus medianus) geklemd zit in de pols. De nervus medianus loopt hier door een nauwe tunnel (de carpale tunnel) en in deze tunnel lopen ook de buigpezen van de duim en vingers.

Wat is het “Carpal tunnel syndroom” (CT)?

Patiënten hebben typisch last van slapende duim, wijsvinger en middenvinger. De meest voorkomende oorzaak van inklemming is een drukv erhoging door het zwellen van de pezen en peesscheden (=tenosynovitis) in de tunnel. Dit kan spontaan optreden en is het meest frequent bij vrouwen van middelbare leeftijd, maar daarnaast zien we ze ook vaak bij beroepen met herhaalde bewegingen als wringen, typen, etc… Er zijn nog verscheidene andere oorzaken van drukverhoging in de carpale tunnel gekend, nl: vochtophoping tijdens de zwangerschap, reuma, suikerziekte, schildklierproblemen en polsontwrichtingen of -breuken.

Indien de druk groot genoeg is kan de zenuwfunctie worden aangetast wat zich uit in dofheid, tintelingen of zelfs pijn in die zone van de hand, bezenuwd door de medianuszenuw (de gele zone op de voorgaande figuur). In de meer gevorderde gevallen wordt er ook geklaagd van verminderde grijpkracht en zien we dikwijls atrofie (=spiervolumeverlies) van de duimmuis. Een typische klacht die frequent wordt geuit is nachtelijke last, die verbeterd door het schudden met de hand. Indien men de zenuwinklemming te lang laat bestaan is het ontstaan van onherstelbare schade mogelijk.

Hoe wordt de diagnose gesteld?

Het klinisch onderzoek is de basis van de diagnose. Door zachtjes op de carpal tunnel te tikken, kunnen tintelingen worden opgewekt (teken van Tinel). Dit kan ook door druk uit te oefenen op de nervus medianus (Durkan of Murphy & Paley) of door de Phalen test (pols maximaal te plooien) of een combinatie van beide.

De diagnose is meestal klinisch doch een bijkomend om te komen tot de diagnose is het EMG-onderzoek (= electro-myografie).  Met dit onderzoek wordt dmv lichte stroomprikkels de geleiding over de zenuw nagekeken; deze zal vertraagd zijn in het geval van druk op de zenuw bij CTS.

Wat is de behandeling?

De behandeling die men krijgt hangt in grote mate af van het stadium waarin zich de aandoening bevindt. In het begin is het mogelijk enkel te behandelen met een brace en ontstekingsremmende medicatie. Indien dit onvoldoende effect heeft, kan er ook nog een cortisone-injectie gegeven worden in de pols. Dit geeft goede resultaten in een vroeg (niet deficitair) stadium, met 94% klinische verbetering na 3 maanden, 79% na 16 maanden met in 50% normaliseren van het EMG. Na 2 jaar is het resultaat gunstig bij 22% van de patiënten. Cortisone inspuitingen worden bij voorkeur niet meer dan 3 maal gegeven en liever ook niet bij diabetes patiënten daar de glycemie hierdoor volledig ontregeld kan geraken.

Een operatieve behandeling is aangewezen bij patiënten waarbij bovenstaande behandelingen niet geholpen hebben en of bij patiënten met een ernstige vorm van CTS met spierzwakte en atrofie (vooral van de duimmuis). Tijdens deze ingreep wordt de gewrichtsband die de bovenkant van de tunnel vormt,  gekliefd zodat de ruimte groter wordt en de druk in de tunnel en op de zenuw afneemt.

Hoe verloopt de ingreep?

De ingreep gebeurt doorgaans via daghospitaal (dit betekent dat u  ’s morgens binnenkomt en ’s avonds reeds naar huis mag). De ingreep gebeurt meestal onder plaatselijke verdoving. Hierbij wordt een infuus in de hand geprikt om de verdoving in te spuiten. Omdat er een stevige knelband rond de bovenarm wordt opgespannen, blijft de verdoving enkel in de arm. De ingreep bestaat er uit het retinaculum (de stevige band die over de zenuw loopt, zie bovenstaande figuur) te klieven. Daarbij wordt de nervus medianus vrijgemaakt over haar volledig verloop over de pols en kan het eventuele ontstekingsweefsel rond de buigpezen verwijderd worden.

Instructiefilmpje revalidatie Hallux Valgus

De hand-unit van Orthopedie Herentals ontwikkelde een instructie-filmpje om mensen die een carpaal tunnel ingreep aan de pols ondergaan zo goed mogelijk te informeren over de nazorg.

Nazorg

Onmiddellijk na de operatie wordt een stevig drukverband aangelegd, dat enkele uren aan blijft. Voor u naar huis vertrekt, wordt dit drukverband verwijderd en vervangen door een kleiner verband. De wonde blijft afgedekt gedurende de eerste 14 dagen, daarna kan u bij de huisarts de hechtingen laten verwijderen. In deze eerste 14 dagen dient het verband proper en droog te blijven, zodat de wonde goed kan genezen. Als de wonde genezen is en de hechtingen verwijderd zijn, raden we u aan het litteken te masseren met een ontstekingsremmende zalf, om overgevoeligheid op het litteken te voorkomen.

Vanaf dag 1 dient u de vingers goed te bewegen, vnl om stijfheid te voorkomen en om zwelling tegen te gaan. Heffen en wringen dient u in de eerste 4 weken na de operatie te vermijden. Na 4 weken mag u alle activiteiten hervatten

Complicaties

  • Infectie
  • Bloeding
  • Pijn ter hoogte van de incisies: het gaat voornamelijk om klachten bij het steunen, verbetert meestal binnen de 6 weken. Na het verwijderen van de hechtingen kan U het litteken eventueel insmeren met een vochtinbrengende zalf. Indien na 2 maanden nog aanwezig kan het litteken worden ingespoten met cortisone wat de pijn verlicht.
  • Tijdelijke zwakte van de hand: er zijn nog discussies over de oorzaak (wegvallen van de hefboom van de pezen bij het klieven van het retinaculum of de zwelling/pijn). We zien wel dat binnen enkele maanden deze klachten spontaan verbeteren.
  • Blijvende zwakte van de hand en doofheid van de vingers: dit wordt gezien bij patiënten waarbij de zenuwbeschadiging vóór de operatie reeds te ver gevorderd was.
  • Stijfheid van de hand (algoneurodystrofie= stijfheid, zwelling en pijn): komt voor bij ongeveer 5% van de mensen, kan niet voorspeld worden. Veel bewegen met de vingers kan dit helpen voorkomen. Indien aanwezig, wordt dit behandeld met kinesitherapie.

 

Wat te doen na de operatie?

 

De wonde blijft afgedekt gedurende de eerste 10-12 dagen, daarna kan u bij de huisarts de hechtingen laten verwijderen. In deze eerste 10-12 dagen dient het verband proper en droog te blijven, zodat de wonde goed kan genezen. De dag na de ingreep kan u al starten met littekenmassage doorheen het verband.

Als de wonde genezen is en de hechtingen verwijderd zijn, raden we u aan het litteken te masseren met een ontstekingsremmende zalf, om overgevoeligheid op het litteken te voorkomen. Heffen en wringen dient u in de eerste 4 weken na de operatie te vermijden. Na 4 weken mag u alle activiteiten hervatten

Vanaf dag 1 dient u de vingers goed te bewegen, voornamelijk om stijfheid te voorkomen en om zwelling tegen te gaan. U kan hiervoor onderstaande oefeningen uitvoeren.

Wat mag ik verwachten na de operatie?

De eerste weken zult u merken dat u elke dag meer met uw hand kunt doen. Na 4 weken zijn zo goed als alle normale dagelijkse werkzaamheden weer mogelijk. Het is mogelijk dat u gedurende meerdere maanden een verminderde kracht in de hand ondervindt. Het litteken kan enkele maanden gevoelig blijven, littekenmassages met onstekingsremmende zalf kunnen dit verzachten.

Indien u koorts, toenemende zwelling, pijn of een lekkende wonde heeft, dient u steeds een arts raad te plegen.

Oefeningen

Oefenen kan vanaf de eerste dag na de operatie 6 keer per dag en 10 herhalingen per oefening. Probeer de oefeningen zo goed mogelijk uit te voeren, zonder de pijngrens fel te overschrijden.

Oefening 1

Maak afwisselend een rechte hand, klauw, vuist, ‘dakje’, zoals aangegeven op de figuren. Hou elke positie 5 seconden aan.

Oefening 2

Start met een gebalde vuist en rek voorzichtig de vingers uit, met extra aandacht voor de duim.

PROMs – Kwaliteitsopvolging

Patient Reported Outcome Measures (Proms) zijn eenvoudige vragenlijsten voor patiënten om de effectiviteit van uw medische behandeling te meten. Binnen ons ziekenhuis trachten wij de kwaliteit van zorg te optimaliseren. Excellente zorg verlenen is belangrijk, maar minstens even belangrijk is de kwaliteit van leven na uw ingreep. Dit betekent dat wij er alles aan willen doen om uw functioneel niveau zodanig te herstellen zodat u opnieuw zoveel mogelijk kunt wat u voor de ingreep allemaal deed (beroep, sport en hobby).

Gedurende de komende maanden wordt u een aantal keren gevraagd een digitale vragenlijst in te vullen. Dit gebeurt één keer voor de operatie op de raadpleging aan de computers van de ‘PROMs Corner’ en vervolgens ontvangt u een aantal keren na de operatie een vragenlijst thuis per e-mail. Deze kwaliteitsopvolging is een essentieel onderdeel van uw behandeling en werd nauwgezet opgesteld om uw herstel maximaal te kunnen monitoren. Daarnaast kunnen wij met uw resultaten continu de kwaliteit van onze zorg verbeteren.

U kan u inloggen via de volgende link. U moet steeds uw patiënten nummer invullen in het systeem. Deze nummer kan u terugvinden op uw patiënten klever.

Lees meer