Acute knieletsels

Knieschijf instabiliteit / patellaluxatie

De knieschijf of patella is een groot, vrijliggend bot vooraan op de knie en speelt een essentiële rol bij het plooien en strekken van dit gewricht. De normale knieschijf ligt mooi centraal ten opzichte van de knie en beweegt in een soort groeve op en neer bij het maken van plooi-strek bewegingen. Knieschijfinstabiliteit beschrijft het fenomeen wanneer de knieschijf niet mooi op en neer in deze groeve beweegt, maar ook zijdelingse bewegingen maakt.

Patellaluxatie (patelladislocatie)

Bij de meest ernstige vorm van knieschijfinstabiliteit schiet de knieschijf onverwacht en plots ‘uit de kom', en komt aan de zijkant van de knie terecht. Op dat ogenblik is er sprake van een zogenaamde patellaluxatie, meestal ten gevolge van een ernstige verkeerde beweging of sportongeval. Een patellaluxatie is een ernstig knieletsel waardoor de meeste patiënten hiermee op de spoedgevallen terechtkomen, zeker omdat in een aantal gevallen de knieschijf niet spontaan terug in de kom schiet. De spoedgevallenarts dient dan door voorzichtige manipulaties (strekken van de knie) de knieschijf terug op zijn plaats te laten klikken. Onmiddellijk na een doorgemaakte patellaluxatie zwelt de knie altijd enorm op door een inwendige bloeduitstorting, die slechts langzaam wegtrekt in de dagen die volgen. Best wordt de knie enigszins geïmmobiliseerd in een verband of brace, waarbij zelfs een tijdelijk gips nuttig kan zijn. Nadien zal u arts bijkomende onderzoeken laten uitvoeren om niet alleen de diagnose te bevestigen, maar ook eventuele bijkomende letsels in beeld te brengen zoals een afgebroken stuk kraakbeen.Na een eerste patellaluxatie volgt steeds een lange periode van oefentherapie bij de kinesitherapeut van de knie terug voldoende stabiliseren. Slechts zelden is bij een eerste luxatie een operatie aangewezen.

Terugkerende knieschijfinstabiliteit

In sommige gevallen blijft de knieschijf na een eerste luxatie te los. Dit geeft op termijn aanleiding tot een nieuw incident waarbij de knieschijf nogmaals uit de kom schiet, of tot minder spectaculaire fenomenen waarbij de knieschijf voortdurend beperkte speling vertoond zodat de knie onvoldoende betrouwbaar aanvoelt (zogenaamde 'subluxaties'). Hoe meer de knieschijf uit de kom schiet hoe groter de kans dat dit in de toekomst zich opnieuw voordoet. Dit leidt ertoe dat na een derde patella luxatie de kans op herval quasi 100% bedraagt, en dat bij deze patiënten best een operatieve behandeling wordt uitgevoerd.

Risicofactoren

Bij sommige patiënten is er sprake van onderliggende factoren die de kans op nieuwe knieschijf instabiliteit doet verhogen. Een groot aantal van deze factoren is aangeboren en betreft bijvoorbeeld een te hoge positie van de knieschijf, een te ondiepe groeve of een veralgemeende hyperlaxiteit. Bij aanwezigheid van een of meerdere risicofactoren stijgt de kans op herval significant en velen van deze patiënten dienen dan ook uiteindelijk te worden geopereerd.

Knieschijfstabilisatie/MPFL reconstructie

Bij herhaalde patellaluxaties is een operatieve stabilisatie van de knieschijf aangewezen. Hierbij wordt de knieschijf opnieuw stevig in zijn groeve geplaatst waarbij een lichaamseigen pees wordt gebruikt om de patella op zijn plaats te houden (zogenaamde MPFL reconstructie). De ingreep begint met het wegnemen van de lichaamseigen hamstringpees via een klein sneetje net onder de knie waarna deze pees wordt vastgezet aan de binnenkant van de knieschijf en tenslotte aan de binnenkant van het kniegewricht. Op deze manier fungeert de pees als een soort gordel tegen excessieve speling van de knieschijf. Dit is een elegante manier om via een drietal kleine sneetjes de knieschijf volledig te stabiliseren. Slechts in een zeldzaam aantal gevallen dienen ook belangrijke onderliggende uitlokkende factoren te worden gecorrigeerd, zoals een te hoog gepositioneerde knieschijf.

Een klassieke knieschijfstabilisatie geschiedt met één nacht hospitalisatie, waarna een viertal weken met een strekbrace dient te worden gestapt. Ondertussen mag de knie wel geplooid en gestrekt worden tijdens herhaalde oefensessies. De huisarts zal de hechtingen verwijderen na een tiental dagen, terwijl uw chirurg een eerste controle uitvoert 4 weken na de operatie. Op dat ogenblik kunnen de krukken ook achterwege gelaten worden en mag begonnen worden met buiten fietsen. In het algemeen duurt de revalidatie een viertal maanden vooraleer de knie voldoende hersteld is om intensieve sportactiviteiten te hervatten. Een knieschijf stabilisatie of MPFL reconstructie wordt beschouwd als een bijzonder succesvolle operatie waarbij de kans op herval kleiner dan drie procent bedraagt.