Meniscuswegname/ meniscushechting

Regel een afspraak

Vul ons afsprakenformulier in en onze dienst neemt opnieuw contact met je op om een afspraak vast te leggen met onze artsen.

Naar het afsprakenformulier

Beter voorkomen dan genezen

PRP (plasmarijk plaatjes)
Roken

Meniscuswegname (meniscectomie)

Een kijkoperatie waarbij de meniscus weggenomen wordt (meestal betreft het slechts een deel van de meniscus), is één van de meest uitgevoerde ingrepen aan de knie. Deze ingreep is noodzakelijk bij aanhoudende klachten in geval van een degeneratieve of traumatische meniscusscheur. Tijdens de ingreep wordt een deel van de meniscus (het deel dat gescheurd is/los hangt) verwijderd met behulp van verschillende instrumenten (knipschaar, shaver, ..). Er wordt steeds geopteerd om zo veel mogelijk gezond meniscusweefsel te sparen. De reden hiervoor is de belangrijke functie van de meniscus (cf. inleiding degeneratieve meniscusletsels) als schokdemper van de knie, welke een beschermende en ontlastende werking heeft voor het kraakbeen.

Het achterlaten van ‘gezond’ meniscusweefsel heeft als gevolg dat na het wegnemen van een deel van de meniscus steeds een risico bestaat voor het oplopen van een nieuwe scheur. In geval van een nieuwe scheur, kan deze opnieuw met een kijkoperatie behandeld worden.

Links: degeneratieve meniscusscheur, Rechts: na gedeeltelijke wegname van meniscus
Links: degeneratieve meniscusscheur, Rechts: na gedeeltelijke wegname van meniscus

Het nadeel van deze ingreep is het verlies van de schok dempende werking, wat bij sommige patiënten aanleiding kan geven tot ontstaan van klachten gerelateerd aan overbelasting van het kraakbeen. De kans om deze kraakbeen klachten te ontwikkelen is afhankelijk van een aantal factoren. Leeftijd van de patiënt en de aanwezigheid van vooraf bestaande slijtage/degeneratie van kraakbeen is een belangrijke factor. De as van het been (X-benen of O-benen) bepaalt voor een groot deel de drukverdeling in de knie. X-benen veroorzaken meer druk aan de buitenzijde van de knie (lateraal) en O-benen veroorzaken meer druk aan te binnenzijde van de knie (mediaal) zullen veroorzaken. De combinatie van deze toegenomen druk aan binnen of buitenzijde van de knie met het wegnemen van de meniscus aan binnen of buitenzijde van de knie kan logischerwijze makkelijker aanleiding geven tot ontwikkeling van kraakbeenklachten. Daarom zal uw arts in sommige gevallen aanraden om steunzolen of een brace te dragen na deze ingreep.

Bij het ontstaan van kraakbeenklachten na deze ingreep, kan een niet-operatieve behandeling met steunzolen, een brace, inspuitingen en kinésitherapie noodzakelijk zijn. Wanneer deze klachten niet verdwijnen is in enkele gevallen een bijkomende operatieve behandeling onder vorm van ascorrectie/osteotomie (bij uitgesproken X of O benen), meniscustransplantatie (bij rechte benen zonder kraakbeenschade) of zelfs knieprothese (bij uitgesproken kraakbeenschade) noodzakelijk.

Revalidatie/herstel

De revalidatie van het wegnemen van een deel van de meniscus verloopt meestal vlot. Algemeen gezien zal u 2-3 dagen met krukken stappen, ondertussen mag je wel meteen volledig steunen. Na enkele dagen wordt kinésitherapie opgestart om de knie soepel te houden en de spieren te verstevigen. De noodzaak tot kinésitherapie is zeer wisselend, sommige patiënten hebben slechts enkele beurten nodig, terwijl andere toch nut hebben bij een langere nabehandeling bij de kinésist. Werkverlet is gemiddeld gezien tussen de 2 à 3 weken afhankelijk van het type werk dat je uitvoert.  Hechtingen worden bij de huisarts verwijderd na 10 dagen, na het verwijderen van de hechtingen kan gestart worden met oefeningen/sporten zoals fietsen.

Complicaties

Algemeen gezien is een arthroscopie een ingreep waarbij complicaties relatief zeldzaam zijn, maar zoals bij elke operatieve ingreep zijn complicaties niet onbestaande. Infectie is een van de potentiële risico’s. Infectie manifesteert zich meestal in de eerste dagen na de ingreep (typisch 2-7 dagen) en presenteert zich als een pijnlijke, rode, warme en gezwollen knie met begeleidende koorts en ziektegevoel. Bij het optreden van een infectie na een ingreep dient u steeds het secretariaat orthopedie (014 24 64 70) te verwittigen of je aan te melden via spoedgevallen voor een gepaste behandeling. Deze bestaat meestal uit een nieuwe kijkoperatie met uitspoelen van de knie, gevolgd door antibiotica via het infuus.

Een bloeding in de knie kan voorkomen na deze ingreep, de symptomen zijn gelijkaardig aan een infectie (pijnlijke, gezwollen, warme en gezwollen knie), maar meestal niet gepaard met koorts en ziektegevoel. Deze symptomen zijn in tegenstelling tot infectie meestal al enkele uren na de ingreep zichtbaar.  Bij uitgesproken pijnklachten kan een punctie soms noodzakelijk zijn, waarbij het bloed met een naald uit de knie gezogen wordt. Meestal stopt een bloeding spontaan en is hier geen operatieve behandeling voor noodzakelijk.

Een trombose (bloedklonter) in de bloedvaten van het onderbeen kan ontstaan als gevolg van de tijdelijk verminderde beweeglijkheid van de knie, waardoor het bloed minder goed wordt rondgepompt en kan klonteren. Het risico hierop neemt toe met de leeftijd en is afhankelijk van andere factoren (inname van orale anticonceptie, roken, obesitas, …), indien het risico bij u verhoogd is zal u gedurende 10 dagen na de ingreep bloedverdunners (clexane) voorgeschreven worden, die gegeven wordt via kleine spuitjes in de buik. Een trombose/klonter in het onderbeen zal meestal aanleiding geven tot een forse zwelling van het onderbeen/de kuit gepaard gaande met pijnklachten in de kuit. Het optreden van een trombose in het onderbeen kan in zeer zeldzame gevallen aanleiding geven tot een klonter in de longen, welke een ernstige complicatie betreft. Behandeling van een trombose/bloedklonter bestaat uit langdurige inname van bloedverdunners en dragen van een steunkous.

Meniscushechting

De meniscushechting is kijkoperatie van de knie waarbij gescheurd meniscusweefsel hersteld wordt door verschillende hechtingen in het meniscusweefsel te plaatsen. Deze ingreep gebeurt net zoals andere kijkoperaties langs 2 kleine incisies (<1cm) vooraan op de knie. In sommige gevallen is een bijkomende kleine incisie aan de binnenzijde of buitenzijde van de knie noodzakelijk om de hechtingen vast te maken. Het is niet echter mogelijk om elke soort meniscusscheur te hechten. Vooral de longitudinale en bucket handle type scheuren komen in aanmerking voor hechting. Degeneratieve scheuren en flapscheuren komen meestal niet in aanmerking om te herstellen/hechten, ook scheuren die reeds lange tijd aanwezig zijn hebben minder kans om te genezen en komen daarom minder in aanmerking om te hechten.

Het voordeel van de meniscushechting is het bewaren van de schok-dempende en beschermende functie van de meniscus op het kraakbeen. Er bestaat een veel kleiner risico op blijvende of nieuwe kraakbeenklachten na deze ingreep. Om deze reden wordt in onze dienst steeds geopteerd voor een meniscushechting waar mogelijk.

Hechting van meniscus
Hechting van meniscus

Naast dit belangrijke voordeel zijn enkele nadelen verbonden aan de hechting van een meniscus. De hechting van een meniscus staat niet garant voor genezing van de meniscus. Globaal gezien is er een kans van 70-95% op succesvolle genezing. In het geval van een gefaalde hechting zullen de symptomen na verloop van tijd terug opduiken en moet uiteindelijk vaak toch een deel van de meniscus weggenomen worden. Het andere nadeel is de langere revalidatie in vergelijking met het wegnemen van een deel van de meniscus.

Revalidatie

Omdat het meniscusweefsel moet genezen na een hechting van de meniscus, welke een 4 tot 6 weken in beslag neemt, moet de meniscus tijdens deze periode ontlast worden. Na een meniscushechting zal je daarom 4 tot 6 weken met krukken moeten stappen en niet mogen steunen. Het volledig plooien van de knie (meer dan 90°) wordt om dezelfde reden afgeraden. Het exacte revalidatieprotocol hangt van verschillende factoren af (type scheur, grootte scheur, ligging scheur) en kan daarom variëren per patiënt. Uw arts zal voor of na de ingreep meer uitleg geven over de noodzakelijke restricties waarmee u rekening moet houden na uw ingreep. Na 4 tot 6 weken zal de meniscus voldoende genezen zijn om de verdere revalidatie aan te vatten en mogen de krukken afgebouwd worden en mag de knie volledig geplooid worden. De totale revalidatie neemt daarom meestal tot 3 maanden in beslag.

Complicaties

De complicaties zijn gelijkaardig aan deze van het wegnemen van een deel van de meniscus. (cf. complicaties meniscuswegname/meniscectomie). Het risico op complicaties is ongeveer even groot als bij het wegnemen van de meniscus met uitzondering van het ontwikkelen van een bloedklonter/trombose, welke bij de meniscushechting theoretisch iets hoger ligt omdat het been voor langere periode ontlast wordt. Daarom wordt vaak voor langere tijd bloedverdunning voorgeschreven in geval van aanwezige risico factoren.