Letsels door slijtage

Heupartrose

Heupartrose is een aandoening van het kraakbeen, waardoor de beweeglijkheid van het heupgewricht vermindert, en daardoor dikwijls aanleiding geeft tot pijnklachten.

De gezonde heup

Ons heupgewricht is een kogelgewricht en bestaat uit 2 grote delen, nl. de heupkop (= bolvormige bovenuiteinde van het dijbeen) en de heupkom (= komvormige uitholling in het bekken). Beiden zijn ze bekleed met glad kraakbeen, dit zorgt samen met de smeervloeistof voor het soepel bewegen van de heup. Daarnaast zijn er de gewrichtsbanden en -kapsel die het gewricht samenhouden, met daaromheen de spieren die zorgen voor het bewegen.

Heupgewricht
Heupgewricht

Slijtage heup

Wanneer de heup begint te verslijten krijgen we een verlies van kraakbeen, daardoor ontstaat er  bot op bot contact wat aanleiding gaat geven tot pijn en gewrichtszwelling met een verminderde beweeglijkheid van het heupgewricht (dikwijls uit zich dit als liespijn). Daarnaast zien we ook het ontstaan van botwoekeringen (= osteofyten) aan de rand van het gewricht en een vernauwde gewrichtsspleet (verlies van kraakbeen). Dit zijn belangrijke aanwijzingen voor artrose bij het beoordelen van de röntgenfoto.

Er zijn verschillende oorzaken voor dit kraakbeenverlies: ouderdom (= slijtage/artrose), reuma of een vroeger ongeval. Maar ook aangeboren heupafwijkingen, zoals congenitale heupdysplasie, kunnen dit veroorzaken.

Röntgenfoto van een heup met heupartrose
Röntgenfoto van een heup met heupartrose

Het gevolg van deze artrose is dat de glijding van de heupkop in de heupkom niet meer soepel gebeurt, het lichaam reageert met een overdreven vochtproductie in de heup en bijgevolg zal de beweeglijkheid dalen. Dit gaat meestal gepaard met pijn, die voornamelijk in de lies of aan de buitenzijde van de heup is gelokaliseerd.

Klachten

  • Pijn (meestal ter hoogte van de lies, maar kan ook aan de buitenkant van de heup of in het bovenbeen).
  • Verminderde bewegelijkheid heup / stijve heup
  • Manken

Behandeling

Niet-operatief

  1. De eerste behandeling voor beide aandoeningen is rust en het innemen van ontstekingsremmers.
  2. Spieroefeningen met vooral aandacht voor de bilspieren en stabilisatie van het bekken is een de basisbehandelig. Deze oefeningen kunnen thuis of bij de kinesitherapeut uitgeoefend worden. Hier  vindt u de specifieke oefeningen ter versterking van de bilspieren.
  3. Een inspuiting in het heupgewricht is de volgende stap en heeft meestal goede resultaten. We kunnen ofwel een inspuiting met cortisone of een inspuiting met een kraakbeensupplement (huyaluronzuur) uitvoeren. De keuze van welke product zal worden ingespoten hangt af van de aard van klacht en de graad van slijtage.

Operatief

Omdat het heupgewricht uit 2 delen bestaat, gaat ook het vervangingsgewricht meestal uit 2 componenten bestaan: 1 component voor het dijbeen (= steel), en een andere voor de heupkom.

De steelprothese kan worden gefixeerd met behulp van het botcement (= gecementeerde heupprothese), deze zorgt voor het beter aansluiten van het prothesemateriaal in het bot (het is dus geen lijm). Afhankelijk van uw leeftijd en conditie kan er echter besloten worden om geen cement te gebruiken (= ongecementeerde of ingroeiprothese: de prothese komt vast te zitten door botingroei), of een combinatie van beide voorgaande technieken, de kom wordt steeds geplaatst zonder cement.

De levensduur is voor een groot deel afhankelijk van de activiteiten van de patiënt, een sluitende garantie voor de levensduur kan dan ook niet gegeven worden.

Voorbereiding

Een eerste punt is het wassen met Isobetadine Uniwash®: het is absoluut nodig dit te doen, omdat dit een zeer belangrijke stap is in het voorkomen van infecties (U krijgt een voorschrift en uitgebreide gebruiksaanwijzing tijdens de consultatie of eventueel tijdens de PPP). Daarnaast zal er U tijdens de raadpleging een vragenlijst voor de anesthesist en de preoperatieve onderzoeken voor de huisarts worden meegegeven. Het is belangrijk deze vragelijst, eventueel met behulp van uw huisarts, in te vullen. Ook de preoperatieve onderzoeken dienen door de huisarts 1 maand voor de operatie te worden uitgevoerd. In het ziekenhuis zal u ongeveer één week voor de operatie door de anesthesist gezien worden op de preoperatieve raadpleging. Hij/zij zal u dossier en onderzoekn bekijken en de verdoving met u bespreken. Meestal wordt er geopereerd onder lokale verdoving (= ruggeprik), maar in samenspraak met de anesthesist kan er ook sedatie (= slaapmedicatie) gegeven worden. Het grote voordeel van de lokale anesthesie is dat er niet alleen tijdens, maar ook na de operatie een veel betere pijnstilling is. Ook de misselijkheid na de operatie is vaak veel minder met een ruggeprik.

Tijdens deze consultatie met de anesthesist komt u ook te weken hoelaat u juist moet binnen komen in het ziekenhuis voor uw operatie.

U dient dan vanaf middernacht nuchter te blijven (= niet eten, drinken of roken). Juist voor de operatie moeten tandprothesen, juwelen, nagellak (zowel thv vingers als tenen) en maquillage verwijderd worden.

Ingreep

Wij gebruiken voor het plaasten van onze heupprothesen verschillende spiersparende toegangstechnieken. Zowel de directs anterieure approach (DAA) als de direct superior approach (DSA) worden bij ons toegepast. Hierdoor wordt de spierschade tot het minimale beperkt, hetgeen zowel de postoperatieve pijn, de ziekenhuisopname als de revalidatieperiode verminderd.

Bij een totale heupprothese wordt de bestaande heupkop en een deel van de heuphals verwijderd. De heuppan wordt lichtjes uitgefreesd en men plaatst daarna een nieuwe heuppan. In het dijbeen wordt een steel geplaatst waarop een nieuwe heupkop past. Voor de heupprothese gebruikt meestal een legering van titanium, cobalt-chroom, poly ethyleen en keramiek. Deze staan garant voor een hele lange levensduur.

Na de ingreep verblijft U nog even in de ontwaakruimte waar U gevolgd wordt door de anesthesist. Hier kan er ook al de eerste maal pijnmedicatie worden toegediend. Voor de familie is er tijdens de operatiedag een contactnummer voorzien waarop geïnformeerd kon worden naar de ontwikkelingen.

Op de afdeling

Als in de ontwaakkamer de verdoving begint uit te werken en u comfortabel bent, wordt u naar de afdeling gebracht. Reeds snel na de ingreep zal U worden gevraagd regelmatig met de tenen te bewegen, dit om de bloeddoorstroming te bevorderen (hiervoor wordt er ook gebruik gemaakt van een voet-kuitpomp). Door onze spiersparende technieken is het vaak reeds mogelijk de dag van de operatie uit bed te komen, de eerste stappen te zetten of op te zitten in de zetel.

U krijgt antithrombose medicatie of spuitjes in de buik (met antistollingsmiddel), deze moeten tot 4 weken na de operatie verder worden gegeven en dit om thrombo-embolie (= bloedklonters) te voorkomen. Of u tabletten krijgt of spuitjes hangt af van u risicoprofiel om thrombose te ontwikkelen.

Ook dient U een kussen (abductiekussen) tussen de benen te leggen wanneer U in bed ligt, dit om het kruisen van de benen te voorkomen. Hoelang u dit kussen tussen de benen dient te leggen hangt af van de gekozen operatietechniek en zal de behandelende arts u meedelen tijdens zijn zaalronde. De voldende dag zal de kinesist u komen halen en de revalidatie opstarten. Normaal mag er steeds 100% gesteund worden op het geopereerde been. Normaal gaat u na 1 tot 3 nachten terug naar huis of naar een door u gekozen revalidatiecentrum.

Ontslag

Het tijdstip van ontslag verschilt nogal eens; in principe mag U naar huis indien U alleen in en uit bed en zetel kan, alleen naar ’t toilet kan, U zich alleen kan wassen en indien nodig trappen kan doen. Wanneer U wordt ontslagen krijgt U van onze kinesisten een oefenschema mee voor uw eigen kinesist, deze zal 2-4 maal per week met U moeten oefenen. Er wordt ook een ontslagbrief voor de voor de huisarts (met o.a afspraken omtrent het verwijderen van de wondhechtingen na 14 dagen ed), mediacatievoorschriften, voorschrift voor thuisverpleging en 2 postoperatieve afspraken meegegegeven (na 6 weken en 6 maanden). Belangrijk voor U is: dagelijks uw antithrombose medicatie of spuitjes (tot 4 weken na de operatie).

Revalidatie gebeurt thuis met de kinesist met een frequentie van 2-4 keer per week. Fietsen op de hometrainer thuis mag na 2 weken als de wonde droog en geheeld is op dagelijks basis. Wandelen is geen probleem, U moet er enkel op letten dat U zich goed voelt tijdens en na de inspanning. Probeer de eerst maand toch regelmatig rustperiode in te bouwen en zeker niet teveel te doen.

Contacteer steeds een arts bij één van de volgende problemen: koorts, toenemende zwelling, roodheid, warmte of pijn, functieproblemen of een lekkende wonde.

Complicaties

Zoals bij elke operatie kunnen er ook complicaties optreden, namelijk:

  • Infectie: de behandeling met antibiotica is soms succesvol, maar nieuwe operaties zijn vaak nodig. Daarom is het ook belangrijk dat U het wassen met de ontsmettingszeep voor de operatie strikt uitvoert.
  • Thromboflebitis: hiervoor krijgt U anti thromobose medicatie of  spuitjes in de buik.
  • Zenuwletsels: zijn vaak maar tijdelijk, maar indien U gevoelsstoornissen hebt in het been laat het dan weten aan de arts.

Meer specifiek voor deze ingreep zijn:

  • Heup uit de kom: dit merkt U door hevige pijn en het niet meer kunnen bewegen van de heup, de chirurg zal dan uw heup terug in de kom moeten trekken. Om dit te voorkomen is het belangrijk de benen niet te kruisen.
  • Postoperatieve zwelling en bloeding: soms is de eerste weken door bloeding of postoperatieve zwelling de heup sterk gezwollen. Dit normaliseert zich, maar kan enkele weken duren.
  • Beenlengteverschil: is soms onvermijdelijk, maar dit kan verholpen worden door een ophoging van de schoenzool.

Wat te verwachten van uw heupprothese?

Met uw nieuwe heup gaat de pijn van voor de operatie verminderen of volledig verdwijnen en kan U opnieuw langere afstanden wandelen zonder pijn. De beweeglijkheid van de heup gaat beter zijn dan voor de operatie.

De eerste 3 maanden moeten bepaalde bewegingen worden vermeden, wegens gevaar op luxatie. De ergotherapaute, kinesist en behandelende arts zullen u hierop wijzen. 

Het autorijden en fietsen op de weg vormen geen probleem, maar worden veiligheidshalve best pas 1 maand postoperatief hernomen. Qua levensduur van uw prothese mag U tellen op minimum 20 jaar.

Belangrijk: vermeld steeds bij volgende operaties dat U een heupprothese hebt en verwittig ook altijd uw huisarts wanneer U een ingreep moet ondergaan aan uw gebit: het kan nodig zijn dat U dan eerst een antibioticakuur volgt.