Peesletsels

ECU peesontsteking

De ECU (extensor carpi ulnaris) is een strekpees van de pols, die vooral bij racketsporters kan gekwetst raken.

Wat is dit?

Extensor carpi ulnaris peesluxatie (ECU) is een zeldzame aandoening die vooral voorkomt bij jonge sporters die een racket- of sticksport beoefenen.

Anatomie

De ECU-spier ontspringt op de epicondylus lateralis van de humerus ten hoogte van de elleboog en de pees loopt ten hoogte van de pols via een groeve in de distale ulna naar de basis van de vijfde metacarpaal, waar deze insereert. De pees verloopt door het zgn zesde dorsale polscompartiment. Door een osteofibreuze band wordt de ECU in de ulnaire groeve gehouden. Longitudinale vezels van de linea jugata versterken de ulnaire insertie van de osteofibreuze band en voorkomen dat de pees tijdens supinatie subluxeert naar mediaal en dorsaal.

 

Oppervlakkig hiervan bevindt zich de voortzetting van het extensor retinaculum van de pols, welk over de ECU-pees loopt. Dit retinaculum zit aan de ulnaire zijde van de pols vast aan het os triquetrum en os pisiforme, maar niet aan de ulna. Zo verstevigt het de positie van de ECU, maar is het niet in staat de pees in de ulnaire groeve te houden. Door deze anatomie beweegt de ECU minder vrij dan de andere extensoren.

De naam van de ECU is misleidend, omdat naast extensie vooral ulnaire deviatie wordt verzorgd. Tevens zorgt de ECU samen met het extensor retinaculum voor stabiliteit van het distale radio-ulnaire gewricht (DRUJ).

Hoe ontstaat een (sub)luxatie van deze pees?

Tijdens pronatie maakt de ECU een rechte lijn met de distale ulna en bestaat er ruimte tussen de ECU en de extensor digiti minimi. Tijdens supinatie beweegt de ECU radiaalwaarts richting extensor digiti minimi, wordt de ruimte tussen beiden verkleind, en ontstaat er maximale tractie. De ECU maakt in deze houding een hoek van ongeveer 30 ° om de basis van de vijfde metacarpaal te bereiken.

Bij geforceerde pols supinatie, palmairflexie en ulnairdeviatie kan de osteofibreuze band scheuren, waarbij het overliggende retinaculum intact blijft. Er zijn drie types van scheuren van de osteofibreuze band:

  1. Type 1: scheur aan de ulnaire zijde in de osteofibreuze band.
  2. Type 2: scheur aan de radiale zijde van de osteofibreuze band waarbij de band zich onder de pees kan verplaatsen.
  3. Type 3: het periost van de osteofibreuze band aan ulnaire zijde raakt los zonder volledige onderbreking van de band waardoor de pees kan subluxeren uit de groeve
 

Zijn er specifieke patronen?

De repeterende ECU-luxatie treedt veelal op na een voorafgaand trauma. Recidiverende peesluxaties kunnen tot klachten leiden doordat er een secundaire tendinopathie (ontsteking van de pees) kan ontstaan.

Hoe stelt men de diagnose?

Bij lichamelijk onderzoek kan luxatie reproduceerbaar zijn door de onderarm in supinatie en de pols in palmairflexie te brengen. Passieve supinatie provoceert de pijn en er is palpatiepijn over de ulnaire groeve en het verloop van de ECU. Echografie bij geforceerde supinatie, is het onderzoek bij voorkeur en kan de ECU-luxatie in het licht brengen. Vaak is de pees verdikt door de tendinose en soms is er ook vocht in de peesschede.

NMR-scan van vocht rondom ECU : tenosynovitis
NMR-scan van vocht rondom ECU : tenosynovitis

MRI van de pols bij pronatie en supinatie kan structuurverlies van het dorsale retinaculum en loslating van de ECU osteofibreuze band aantonen en soms zelfs de pees die geluxeerd is uit de groeve.

NMR-scan van een patiënt waarbij de ECU duidelijk verschuift bij supinatie
NMR-scan van een patiënt waarbij de ECU duidelijk verschuift bij supinatie

Hoe uit zich dit?

Op zich is dit een vrij moeilijke en vaak vergeten of over het hoofd geziene diagnose. Het is één van de oorzaken van ulnaire polspijn.

De patiënten beschrijven vaak een stekende, schietende pijn aan de ulnaire zijde van de pols bij belasting. Pijn schiet in de pols en men moet zijn activiteit stoppen of men laat het voorwerp vallen. Nadien gaat de pijn over in een doffe knagende pijn.

Wat is de conservatieve behandeling?

Langdurige immobilisatie in een pols brace in 15 graden extensie (gedurende 2 tot 3 (igv luxeerbare pees) maanden. Eventueel voorafgegaan door 2-3 weken ellebooggips.

Wat is de operatieve behandeling?

Tijdens de ingreep wordt de ECU gestabiliseerd door een deel van het retinaculum als een radiaal gesteelde flap te gebruiken die als een lasso rondom de pees te hechten (Fig.1). Vervolgens wordt een reconstructie van de osteofibreuze band (met ankers aan ulnaire zijde) uitgevoerd (Fig.2) al dan niet gepaard met het subperiosteaal uitdiepen van de ulnaire groeve (Fig.3), in geval van een vervlakking van deze groeve.

Fig 1: Retinaculum lasso
Fig 1: Retinaculum lasso

 

Fig 2: Uitgediepte groeve
Fig 2: Uitgediepte groeve

 

Fig 3: Herstel fibreuze band met ankertjes
Fig 3: Herstel fibreuze band met ankertjes

 

Nazorg

Patiënten worden postoperatief 4 weken geïmmobiliseerd met de elleboog in 90 graden flexie en neutrale onderarm positie en nadien nog 2 weken onderarmgips. Sportieve activiteiten worden voor 3 maanden afgeraden.