Pijn in de schouder

Sleutelbeenbreuk

Het sleutelbeen is een van de botten in ons lichaam die het gemakkelijkst breekt. Een sleutelbeenbreuk geneest meestal goed vanzelf. Ingewikkelde breuken moeten soms operatief hersteld worden met inwendige hulpmiddelen die het bot fixeren.

Sleutelbeen breuken zijn frequent en staan voor 5% van alle fracturen (i) en ontstaan door een val op de schouder, val met een uitgestrekte hand of een hoog-energetisch trauma direct op het sleutelbeen. Bij wielrenners staan ze bovenaan de lijst van de meest voorkomende breuken.

Afhankelijk van het trauma en lokalisatie worden sleutelbeen breuken opgedeeld in drie groepen: midden (mid-diafysaire), laterale en mediale breuken die respectievelijk voor 80%, 15% en 5% verantwoordelijk zijn van alle sleutelbeenbreuken.

Traditioneel werden deze breuken conservatief behandeld met een draagdoek of een cijfer-8-verband. Maar in de laatste 2 decennia is er toch een duidelijke trend in de literatuur waarbij de operatieve behandeling enorm aan populariteit wint. De gouden standaard bij de operatieve behandeling blijft de plaat met schroeven om de breuk te overbruggen en te stabiliseren.

De absolute indicaties voor operatief ingrijpen zijn open breuken, een bedreigde huid rond de breuk, neurovasculaire complicaties of een floating shoulder, dit is een bijkomende breuk van de nek van het schouderblad. Over de relatieve indicaties is er veel discussie maar er is gebleken dat er geen klinisch relevant of statistisch significant verschil is tussen de beide behandelingen na één jaar. Op korte termijn daarentegen was er wel een duidelijk voordeel vast te stellen in sneller werk -en sporthervatting ten voordele van de geopereerde groep (ii).

Gezien de fracturen het meest frequent voorkomen bij jonge, actieve en sportieve mensen is een snelle werk -en/of sporthervatting voor veel patiënten van groot belang.  Daarom is het de betrachting van de groep Orthopedie Herentals om op basis van het type fractuur en in overleg met de patiënt te streven naar een snelle revalidatie waarbij vaak geopteerd wordt voor een plaat -en schroefosteosynthese. De patiënt verblijft na de ingreep een nacht in het ziekenhuis voor optimale pijnstilling en comfort en wordt ontslagen met een sling. In de eerste dagen wordt de focus gelegd op een optimale wondhygiëne.  Een graduele progressie naar actieve beweeglijkheid wordt geadviseerd op geleide van de pijn zodat de sling al na enkele dagen kan worden weg gelaten. Pijn is de belangrijkste leidraad en bepaalt wanneer de patiënt terug kan starten met de opbouw van zijn of haar activiteiten.

[1] Robinson CM. Fractures of the clavicle in the adult. Epidemiology and classification. J Bone Joint Surg [Br] 1998;80-B:476-484.

[1] Lenza M, Buchbinder R, Johnston RV, Belloti JC, Faloppa F. Surgical versus conservative interventions for treating fractures of the middle third of the clavicle. Cochrane Database Syst Rev. 2013;6(6)