Verstijving van de elleboog, niet volledig kunnen plooien

Totale elleboogprothese

Net zoals een nieuwe heup en een knie, kan ook de elleboog worden vervangen door een nieuw gewricht met even goede resultaten.

Als we over degeneratieve letsel van de elleboog spreken, dan hebben we het voornamelijk om slijtage letsels door inflammatoire arthropathieën. In het merendeel van de gevallen gaat het dan om reumatoïde artritis doch ook chondrocalcinose, jicht ... zijn mogelijk. Daarnaast zijn er de slijtage letsels secundair aan een trauma zoals een intra-articulaire breuk of een luxatie. Primaire artrose, dus slijtage door normaal verouderen is eerder zeldzaam.

Heden ten dage hebben de elleboogprothese kunnen aantonen dat zij voldoen aan alle maatstaven om een goede patiënt tevredenheid te scoren. Daarbij evenaren zij tegenwoordig de functionele resultaten en de lange termijn en overleving van deze van een knieprothese.

Indicaties

  1. Primaire arthrose
  2. Reumatoïde artritis
  3. Andere arthritis (inflammatoir, cristallyn, hemophilie)
  4. Posttraumatisch
  5. Communitieve fracturen bij ouderen

Type prothese

Er zijn twee grote groepen van prothesen, waarbij het onderscheid gemaakt wordt op basis van de manier waarop de 2 componenten van de prothese aan elkaar worden gekoppeld (we hebben een deel dat in de bovenarm past (het humerale deel) en een deel dat in ellepijp van de onderarm (het ulnaire deel) past) (er kan nog een derde component zijn als ook de radiuskop door een prothese wordt vervangen).

  1. De linked of semiconstrained prothesen : deze zijn aan elkaar gekoppeld door een pin of een snap-fit systeem, wat een zekere laxiteit toelaat in het mediaal, lateraal en rotationeel vlak. Deze zorgt dit voor minder exhaustieve krachten op de prothese waardoor deze minder snel faalt. Deze prothese hebben hun plaats bij deze patiënten waarbij er grote botdefecten zijn of waarbij het bot van mineure kwaliteit is. Een andere indicatie is de insufficienie of onreconstrueerbaarheid van de ligamenten van de elleboog.
  1. De unlinked of unconstrained prothesen: deze zijn mechanisch niet aan elkaar gekoppeld. Zij halen hun stabiliteit uit de aangepaste vorm van de gewrichtsoppervlakken van beide prothesecomponenten. Deze kunnen vrij snug op elkaar aanpassen en zo toch voor enige stabiliteit zorgen. De rol van de ligamenten in de totale stabiliteit is hier echter groot, vandaar dan ook dat het intact zijn of het reconstrueerbaar zijn van deze ligamenten een vereiste is om deze prothese te kunnen steken. Inherent aan de vereiste is ook de aanwezigheid van een goede botkwaliteit. Gezien er bij het plaatsen van deze prothese minder bot wordt weggenomen is dit op zich een indicatie om deze prothese vooral bij jongeren te plaatsen (met het oog op een eventuele later revisie van de prothese is een goede botkwaliteit van belang!)

Procedure

  • al naar de voorkeur van de chirurg kan de positie in ruglig of zijlig
  • de procedure duurt doorgaans 2 uur zodat een volledige narcose toch te verkiezen valt
  • een incisie wordt gemaakt
  • de nervus ulnaris wordt vrijgelegd en omteugeld en vervolgens wordt het ellebooggewricht vrijgelegd.
  • vervolgens wordt afhankelijk van het type prothese met de specifieke richters de humerus en de ulna geprepareerd voor het plaatsen van de prothese.

Revalidatie

  • 2-3 d gips in extensie
  • Active ROM oefeningen zelf uit te voeren
  • Geen fysio
  • Heffen van gewicht moet worden beperkt tot < 5 kg
  • Geen golf, geen tennis meer.

Uitkomst

Goede pijnverlichting + Herstel van functionele beweging > 90%. Er is een te verwachten 10 j overleving van de prothese wat op zich te vergelijken is met de resultaten na een totale knie prothese.

Complicaties

  • Diepe infectie 4%
  • Loslating
  • Implant breuk
  • Dissociatie vd componenten
  • Instabiliteit
  • N. Ulnaris neuropathy
  • Blijvende pijn