Overbelastingsletsels

Frictiesyndromen in de wielrennersknie

Knieproblemen zijn niet zeldzaam bij wielrennen. We spreken van een echte wielrennersknie als de klachten vooral aanwezig zijn bij het fietsen, en niet of in veel mindere mate bij andere activiteiten zoals lopen, trappen op en af, lang zitten. We hebben ondekt dat de meeste van deze problemen secundair zijn aan herhaalde wrijving (‘frictie’). Daarom dat fietsers die veel kilometers maken (zoals elite renners) veel meer gevoelig zijn voor dit soort letsels. Het is niet de grotere kracht die deze renners ontwikkelen die verantwoordelijk is voor de problemen, wel het veel grotere fietsvolume. Het repetitieve karakter van de fietsbeweging maakt dat gevoelige structuren kunnen gekwetst worden tgv van te veel wrijving tegen aanliggende structuren. Deze gevoelige structuren kunnen zowel binnen als buiten het kniegewricht gelegen zijn.

De belangrijkste problemen:

  1. Prepatellair frictie syndroom.

Deze naam is gegeven aan het meest frequente wrijvingsprobleem bij renners, in 2015 beschreven en gepubliceerd  door onze orthopedie groep.

De oppervlakte van de knieschijf is onregelmatig van vorm: bovenaan bevinden zich 2 knobbels die ervoor zorgen dat de quadricepspezen kunnen werken onder een grotere hefboom. Bovenop deze knieschijf bevinden zich 3 fascia lagen (in de volksmond ‘peesbladen’). Deze lagen kunnen bij een simpele val of bij het tikken van de knie tegen het stuur gekwetst worden waarbij ze hun mooie gladde vorm verliezen en dan bij het fietsen beginnen te schuren tegen de onderliggende knieschijf, vooral op de plaatsten waar zich die knobbel bevindt.

Ook zonder val kan het probleem zich voordoen, bv wanneer men plots het training volume heeft opgevoerd, of wanneer men bij slecht weer een strakke broek of strakke beenstukken heeft gedragen waardoor een hogere wrijving tegen de meer prominente delen van de knieschijf .De diagnose wordt gesteld door een ervaren clinicus, en kan door een geoefend team echografisch en op NMR bevestigd worden. Als men tijdig de diagnose kan stellen, kan een 2-tal weken rust genezing brengen. Maar wanneer het peesblad struktureel gekwetst is en scheuren vertoont, zal rust zelden de oplossing bieden, en is dikwijls een operatie noodzakelijk. Bij die operatie wordt het gekwetste deel van het peesblad verwijderd.  

Als men tijdig de diagnose kan stellen, kan een 2-tal weken rust genezing brengen. Maar wanneer het peesblad struktureel gekwetst is en scheuren vertoont, zal rust zelden de oplossing bieden, en is dikwijls een operatie noodzakelijk. Bij die operatie wordt het gekwetste deel van het peesblad verwijderd.  

  1. Biceps femoris frictie syndroom

De biceps pees insereert op het kopje van het kuit been (fibula kop). Op de plaats van die insertie is er dikwijls een verdikking op het been waarover de pees kan wrijven bij plooien en strekken. Dat wrijven kan soms zelfs gepaard met een voelbaar en hoorbaar klikken (‘snapping’). Ook hier is de diagnose vooral klinisch, en kan echografisch en op NMR bevestigd worden. Bij hardnekkige gevallen is een operatie noodzakelijk om de oorzaak van het wrijven weg te nemen.

Bij de ingreep wordt meestal het stukje bot weggenomen dat wrijft tegen de pees; de pees wordt soms ook op het bot verankerd (‘tenodesis’).

  1. Plica syndroom

Wanneer de knie gevormd wordt als fetus, bestaat die uit verschillende ruimten die naderhand versmelten. Regelmatig blijft een gedeelte van zulk tussenschot  bestaan als een wat hardere streng, een ‘plica’. Deze plica kan dan bij herhaalde bewegingen zoals het fietsen beginnen wrijven tegen het onderliggende kraakbeen en pijn veroorzaken. Ook kinderen kunnen hieraan gevoelig zijn omdat deze plica’s tgv het groeiproces van het bot wat strakker kunnen zijn. Bij het ouder worden is dan een spontane beterschap te verwachten. Als de klachten niet onder controle zijn kan een artroscopische plica resectie de oplossing bieden. Plica’s kunnen zich zowat overal in de knie bevinden. De plica’s die bij wielrennen het meeste problemen geven bevinden zich doorgaans aan de binnenzijde van de knie (‘mediale plica synovialis’) of vooraan (‘anterieure plica synovialis, ook ‘infrapatellaire plica’ – IPP- genoemd of ook wel eens ‘ligamentum mucosum’).

  1. Iliotibiale band frictie syndroom (ITBFS)

Dit is niet exclusief voor wielrenners en wordt elders besproken.

  1. Varia

Daarnaast zijn er nog een heleboel zeldzame oorzaken van een frictie syndroom bij wielrenners waarop we hier niet ingaan (ganzevoet, popliteus pees, semi-semi, …)

Deze informatie is door dr.Toon Claes, dr.Steven Claes, dr.Anton Borgers en Nathalie van beek, PhD ook gepubliceerd met een artikel in het journal Acta Orthopedica Belgica in Januarie 2021.  Meer informatie kan u hierover ook terugvinden op onze wetenschap & congress pagina.